Talrijke minuscule, grijsgroene bloemen met 5 kroonblaadjes en gele helmknopjes, in kluwens in een bebladerde pluim.
Stengel rechtop, vertakt, vaak rood aangelopen, tot 120 cm hoog.
Onderste bladeren eirond, of ruitvormig met gave tot onregelmatig getande rand, de bovenste bladeren smal lancetvormig, meestal met gave rand. De plant is melig behaard.
Ook 'Witte ganzenvoet' genaamd.
Algemeen. Bloeitijd juli - september.
Vroeger werd de plant gegeten als bladgroente of geteeld als voedergewas.
Fam: Chenopodiaceae