Roomwitte of bleekgele bloemetjes met gele vlek op onderlip en soms gedeeltelijk met een paarse vleug, alleenstaand op de knikkende bloemstengel. Spoor even lang als het kelkaanhangsel. Kelkblaadjes biijna net zo lang als de kroonblaadje of ietsje langer.
Stengel vierkant, rechtop, tot 30 cm. hoog.
De bovenste bladeren zijn langwerpig eirond, gekarteld, de onderste ronder. Steunblaadjes vaak veerdelig.
Wordt wel samen met het Driekleurig viooltje (viola tricolor) als één soort gezien.
Eenjarig. Groeit op omgeploegde akkers, meestal op zandgronden. Pioniersoort. Bloeitijd mei - september. Algemeen.
Familienaam: Violaceae