Gele bloemen met 6 kroonblaadjes, beklierde kelkblaadjes en onbehaarde meeldraden, in een schermachtige tros.
Stengel liggend en rechtop, tot 30 cm hoog. Talrijke steriele stengels die een waar tapijt kunnen vormen.
Blaadjes klein, dik en vlezig rolrond, zittend, met een stekelige punt, vaak rood aangelopen.
Groeit in op stenige ondergrond, in de bergen tot 2400 m hoogte. Bloeitijd juni - juli.
Familienaam: Crassulaceae (vetplanten).