Grote, blauwe bloemen in een enkelvoudige of vertakte aar. De bovenste kelkblaadjes zijn blauw als de bloem en vormen een helm die op een monnikskap lijkt.
Stengel rechtop, vaak pluizig behaard, tot 1,80 m hoog.
Bladeren handvormig rond, diep ingesneden, met smalle, lijnvormige deelblaadjes.
Wordt ook 'Gewone monnikskap' of 'Duivelskruid' genoemd.
Groeit op kalkhoudende, vochtige bodem, op bergweiden, tot 3000 m hoogte. Bloeitijd: juni - oktober.
In Nederland als sierplant en zelden verwilderd. Wettelijk beschermd in Belgiƫ.
Fam: Ranunculaceae (Ranonkelfamilie)
Wetenswaardigheden
De plant is zeer giftig, wat de naam 'Duivelskruid' zou kunnen verklaren.
Het bevat stoffen die de gevoeligheid van de uiteinden van de zenuwen dempen, vooral die van de nervus trigeminus (aangezichtspijn) Het kruid kan daarom pijn verlichten, zoals aangezichtpijn, vasomotorische hoofdpijn. Soms wordt Akelei ook ingezet bij reumatische pijnen, bij griep, keelpijn of bij infecties van de luchtwegen. Vanwege de giftigheid is overleg met een arts altijd noodzakelijk!
In de kruidenmagie wordt Akelei gebruikt in beschermingszakjes tegen vampieren en weerwolven.De zaadjes van de plant, verpakt in de huid van een hagedis, zouden je onzichtbaar maken.