Nietige, onopvallende groengele bloemetjes in een schermachtige bloeiwijze.
Stengel liggend, tot 40 cm lang.
Bladeren grijsblauwgroen, leerachtig, breed lancetvormig, spiraalsgewijs verspreid, met gave rand en zwavelgele kliertjes langs de rand.
Groeit op droge, schrale, zandige of rotsachtige bodem.
Oorspronkelijk uit zuid-oost Europa, hier ingeburgerd uit tuinen, meestal in stedelijk gebied.
Fam.: Euphorbiaceae