Geelgroene bloemen met een schotelvormige, 5-lobbige kelk en 5 zeer kleine kroonblaadjes, in een hangende tros.
Tot 1,5 m hoge struik.
Bladeren handvormig, aan de onderzijde behaard, met gezaagde of getande rand.
Ook "Rode bes" genoemd.
Groeit op vochtige of natte bodem, vooral in beekdalen. Bloeitijd april - mei. Algemeen.
Vaak aangeplant vanwege de eetbare, rode bessen.
Fam.: Grossulariaceae (Ribesfamilie)