Bleekpaarse bloemhoofdjes (Ø ca. 15 mm) met alleen buisbloemen, 1-5 bijeen in losse, schermvormige trossen, met paarsig omwindsel..
Stengel rechtop en vertakt, kaal, gegroefd, niet, of alleen onderaan, stekelig gevleugeld, tot 120 cm hoog.
Bladeren glanzend donkergroen, zittend, langwerpig, golvend, bochtig ingesneden met stekelig getande rand.
Groeit op voedselrijke zandgrond, op akkers, slootkanten, langs wegen en in lichte bossen. Zeer algemeen. Bloeitijd juni - september.
Ruikt lekker (het is de enig distel die lekker ruikt en daarmee onderscheidt hij zich van de andere distels).
Familienaam: Asteraceae (Compositae)