Kleine gele bloemetjes (Ø ca. 4 mm) met 4 kroonblaadjes in schermachtige trossen.
Stengel rechtop, vertakt, tot 50 cm hoog.
Bladeren geveerd of diep veerspletig, met smalle deelblaadjes en een smalle kleine eindslip. Deelblaadjes smal met gave of onregelmatig getande rand.
Vrucht (hauw) lijnvormig, 2-3x lengte steel, afstaand.
Groeit op vochtige graslanden, wegbermen, slootkanten en dijken. Algemeen. Bloeitijd juni - september.
Familienaam: Brassicaceae (Cruciferae)