Meestal alleenstaande, eindstandige witte, soms wijnrode bloemen (Ø 2 cm) met 5 hartvormige kroonblaadjes en geel hartje, en wollig behaarde kelk.
Stengel roodachtig, liggend en rechtop, tot 20 cm hoog.
Grondbladeren vlezig, rond handvormig met breed lancetvormige lobben.
Groeit op vochtige, rotsachtige bodem in de bergen, van 2000 tot 4200 m hoogte.
Niet in Nederland of België. Bloeitijd juli - augustus.
Ook 'Gletsjerboterbloem' genoemd.
Fam: Ranunculaceae