PDFPrintE-mailadres
 

Berggamander

Teucrium montanum
 
 
 
 

Geelwitte lipbloemetjes, zonder bovenlip, in 2- tot 6-bloemige kransen in de bovenste bladoksels. 
Stengel houtachtig, liggend en opstijgend, tot 20 cm. hoog. 
Bladeren tegenoverstaand, smal eirond met gave, naar binnen gerolde rand, eniszins viltachtig behaard.
Groeit op stenige, kalkrijke bodem in de bergen tot een hoogte van 2400 m. In Nederland zeer zeldzaam. Bloeitijd juni - september. NRL: Ernstig bedreigd. Beschermd (Wet Natuurbescherming 2017).
Fam.: Lamiaceae (Labiatae)

 

Niet gevonden wat u zocht?

Opnieuw determineren