Zeer kleine gele tot oranjegele buisbloemtjes in kleine hoofjes (Ø 3-4 mm) met witachtige omwindselblaadjes in dichte, eindstandige onbebladerde kluwens.
Stengel liggend en opgericht, onvertakt of aan de voet vertakt, dicht witviltig behaard, tot 40 cm lang.
Bladeren smal lancetvormig tot spatelvormig, half stengelomvattend, met ingerolde rand. De plant is zacht witviltig behaard.
Groeit op vochtige, stenige of zandige (kalkrijke of voedselrijke) bodem, ook op stoeptegels in stedelijke gebieden. Bloeitijd juni - oktober.
Algmeen.
Fam.: Asteraceae (Compositae, Samengesteldbloemigen)