Boerenwormkruid

Kleine gele bloemhoofdjes (Ø 7-11 mm) van talrijke buisbloemetjes op een holle bodem, in tuilen of schermachtige pluimen.
Tot 130 cm hoge, kantige holle stengels, alleen bij de bloeiwijze vertakt.
Bladeren donkergroen, dubbel veerdelig, bovenaan zittend. Sterk geurend.
De wortels zijn vrij dikke, horizontaal groeiende wortelstokken.
Algemeen, op vochtige grond, langs de waterkanten, in bermen en akkers. Bloeitijd juli - semptember.
Geneeskruid, werd o.a. gebruikt tegen wormen.
Familienaam: Asteraceae (Compositae)

Wetenswaardigheden

Oud geneeskruid. Boerenwormkruid bevat wormverdrijvende bestanddelen, maar omdat de plant ook giftig is, wordt hij daarvoor nauwelijks meer toegepast. Vanwege de bitterstoffen werden vroeger aan de plant eigenschappen toegeschreven die gunstig waren voor maag, lever en darmen.
In de kruidenmagie bevordert Boerenwormkruid de gezondheid: draag het in je schoen en het zal koorts verdrijven, wie de plant bij zich draagt zal lang leven.