Witte tot lichtroze, alleenstaande bloem (Ø 20-40 mm) met 6-8 kroonblaadjes, zonder kelkblaadjes, en talrijke gele meeldraden.
Stengel rechtop, tot 25 cm hoog.
Bladeren in een krans van 3 waaruit de bloemstengel ontspruit, handvormig met diep ingesneden 2- tot 5-delige slippen en grof getande of gezaagde rand. De handdelige wortelbladeren verschijnen pas na de bloei.
Groeit in bossen en op vochtige beschaduwde plaatsen. Bloeitijd maart - mei. Algemeen.
Familienaam: Ranunculaceae
Wetenswaardigheden
De plant is giftig: het sap kan bij aanraking blaren veroorzaken.