Talrijke bloemhoofdjes (4-8 mm), in lange eenzijdige trossen. De stengel van de bloeiwijze is behaard.
Stengel rechtop, vertakt, tot 150 cm hoog.
Bladeren smal lancetvormig, gezaagd, blauwgroen aan de onderzijde, niet behaard of alleen op de nerven, soms gewimperd aan de rand.
Groeit op vochtige graslanden, slootkanten, struwelen. Bloeitijd: juli - oktober. Algemeen.
Exoot. Oorspronkelijk uit Noord-Amerika. Als sierplant in Europa geïntroduceerd en verwilderd.
Fam: Asteraceae (Compositae)