Klokvormige, bijna bolronde, okergele, roodgeaderde bloemen (30-45 mm lang) met bruin geaderde binnenzijde en uit-stekende, behaarde onderlip, in een lange, veelbloemige, eenzijdige tros.
Stengel rechtop, tot 130 cm hoog.
Bladeren donkergroen, smal lancet- of eivormig met gave of getander rand, kaal behalve op de nerven en op de onderzijde aan de rand
Groeit in de schaduw in bossen. Bloeitijd juni - juli.
Bij ons alleen als sierplant. Giftig
Geen Nederlandse naam bekend. De vertaling van de wetenschappelijke naam zou zijn: Roestkleurig vingerhoedskruid.
Fam.: Plantaginaceae. (Voorheen: Scrophulariaceae).