Struik, van 2 tot 6 m hoog met lange doornen.
Bloemen onopvallend, groen, buisvormig met 4 slippen, in de oksels van de twijgen.
Bladeren kort gesteeld, smal ovaal- of lancetvormig tot lijnvormig, 5-7 cm lang, bovenop donkergroen, aan de onderzijde zilverachtig behaard, met ingekrulde rand.
Vruchten rondachtig tot eirond, eerst geelgroen, later oranjerood.
Groeit op zonbeschenen plaatsen, op zandige of stenige, voedselarme, kalkhoudende bodem. Bij ons vrijwel alleen in de duinen.
Bloeitijd: april - mei.
Fam.: Elaeagnaceae
Wetenswaardigheden
De bessen van de duindoorn zijn eetbaar en bevatten veel vitaminen en mineralen, maar zijn erg zuur van smaak. De olie die geperst wordt uit de vruchten is rijk aan Omega-7-vetzuren. Die regenereren, hydrateren en versterken de huid en de slijmvliezen. Duindoornolie beschermt bovendien tegen zonnebrand en straling. Daarom wordt de olie veelvuldig ingezet voor cosmetische toepassingen (huidcrèmes) en als geneeskruid bij stralingsschade, zoals bij radiotherapie, zonnebrand of bij brandwonden. Ook bij hartritmestoornissen en bij bepaalde vormen van kanker zou Duindoorn een positieve werking laten zien.
De Oude Grieken gebruikten Duindoorn al in het voer van hun paarden om de vacht te laten glanzen.