Zeer kleine, gele of witte bloemetjes (5-6 mm) met lichtpaarse bovenlip en 3-lobbige onderlip, in de bladoksels.
Stengel rechtop, tot 15 cm hoog.
Blaadjes tegenoverstaand, zittend, eirond of ovaal met scherp getande rand en stijve beharing aan de rand en op de nerven.
Groeit op vochtige, zure graslanden in de Alpen van 1200 tot 3200 m hoogte. Bloeitijd juli - september.
Fam: Scrophulariaceae