Rozerode alleenstaande bloemen (Ø 20-25 mm) met spatelvormige, uiteenstaande kroonblaadjes en urnvormige, donzig behaarde kelk.
Stengel zeer kort. De plant is tot 10 cm hoog.
Bladeren klein, lijnvormig, in dichte pollen.
Groeit op kalkrijke, rotsachtige bodem in de bergen, van 2000 tot 2700 m hoogte. Algemeen in de westenlijke Alpen.
Bloeitijd juli - september.
Fam.: Caryophlyllaceae.