Alleenstaande, grote, zachtgele bloemen (Ø 4-7 cm) met 6 kroonbladen.
Stengel rechtop, onvertakt, zacht behaard, tot 50 cm hoog, met een krans van dubbelgeveerde bladeren met veerspletige deelblaadjes. Grondbladeren idem.
Groeit op stenige, enigszins zure bodem, op graslanden in de bergen van Midden- en Zuid-Europa van 1500 tot 2700 m hoogte.
Bloeitijd mei - juli.
Na de bloei groeit de stijl uit tot een lengte van wel 5 voor het verspreiden van de zaden.
Fam: Ranunculaceae (Ranonkelfamilie).