Goudgele bloemhoofdjes (Ø 30-45 mm) met buisbloemen en 1-2 kransen straalbloemen, op lange bloemstengels in wat schermachtige pluimen.
Stengel rechtop, weinig vertakt, kantig, soms bruinrood aangelopen, viltig behaard, tot 60 cm hoog.
Bladeren veerdelig of geveerd. Deelblaadjes smal met getande of gezaagde rand, aan de onderkant wit-viltig behaard.
Groeit op vrij schrale, zandige of stenige bodem, op graslanden en wegbermen in warme streken. Bloeitijd mei - augustus.
In Nederland vrij zeldzaam. De bloemen werden in het verleden gebruikt om wol te verven.
Fam: Asteraceae (Compositae)