PDFPrintE-mailadres
 

Gewone agrimonie

Agrimonia eupatoria
 
 
 
 

Gele bloemen (Ø 7-10 mm) met 5 kroonblaadjes, met behaarde bloemstengels, in lange, aarvormige trossen.
Stengel rechtop, niet of alleen bovenaan vertakt, dicht bezet met klierharen, tot 120 cm hoog. Wortelstok houtig.
Bladeren geveerd met afwisselend grote en kleine, ovale of (omgekeerd) eivormige deelblaadjes met gezaagde rand.
Het nootje dat zich na de bloei vormt is bezet met weerhaakjes die zich gemakkelijk aan pelsdieren hecht en zo voor verspreiding zorgt. De weerkhaakjes staan naar boven gericht en het onderste deel is gegroefd.
Groeit op zonnige, warme plaatsen, op kalkrijke bodem. Bloeitijd juni- september. Algemeen. NRL: gevoelig.
Fam. papaveraceae (Papaverfamilie).

Wetenswaardigheden

Agrimonie is oud geneeskruid dat al bij Romeinen bekend was en gebruikt werd om bloedingen te stelpen, Door de eeuwen heen werd het kruid gebruikt bij leveraandoeningen (zoals geelzucht) en darmklachten. Onderzoek heeft aangetoond dat Agrimonie helpt bij diarree en maag- en darmontstekingen. Het voorkomt de vorming van galstenen en heeft een ondersteunende werking voor de lever en de spijsvertering.
Ook in de kruidenmagie wordt Agrimonie gebruikt. Het kruid dient om te beschermen tegen negatieve energieën, zoals kwelgeesten en tegen kwade bezweringen, die terug worden gestuurd naar wie ze heeft uitgevaardigd.

 

Niet gevonden wat u zocht?

Opnieuw determineren