Grote helderroze bloemen (Ø 50-70 mm ), met 5 donker geaderde kroonblaadjes, op lange bloemstengels.
Stengel rechtop, behaard vooral bovenin, tot 1 m hoog,
Bladeren rondachtig, 3-lobbig tot handvormig, gesteeld.
De vrucht is, anders dan bij de andere soorten, schijfvormig.
Groeit op braakliggende akkers in zuidoost Europa. Bloeitijd april - juli. In Nederland aangeplant als sierbloem en zelden verwilderd.
Fam.: Malvaceae