Citroengele bloemen (Ø tot 30 mm), vaak met bruine, waaiervormige vlek bij aan de voet van de kroonblaadjes, op lange bloeistengels in een losse tros.
Struikachtig. Stengel rechtop, weinig of niet vertakt, vaat wat rood aangelopen, tot 40 cm hoog.
Bladeren smal lancetvormig, ovaal of spatelvormig, met gave rand. Onderaan tegenoverstaand, bovenaan meer verspreid.
De plant is zacht behaard.
Groeit op rotsachtige droge bodem in het Middellandse Zeegebied. Bloeitijd Feb - juni.
Fam. Cistaceae.