Zeer kleine, groenachtige bloemetjes, in bolvormige, dichte hoofdjes, met 4 grote, tot 5 cm lange, opvallende, witte schutbladen.
Grote struik die tot 10 hoog kan worden.
Bladeren tegenoverstaand, glanzend, eirond, met gladde, wat gegolfde rand.
Groeit op zonnige, beschutte plaatsen op kalkarme bodem. Bloeitijd mei juni.
Oorspronkelijk uit Japan en China, veelvuldig aangeplant als sierplant.
Fam.: Cornaceae