Kleine, lichtroze, trompetvormige, 4-slippige, geurende bloemetjes (Ø 4 mm), in eindstandige schermvormige pluimen
Stengel vierkantig, liggend met opstijgende bloeistengels, tot 50 cm. hoog.
Bladeren lijnvormig in kransen van 4. De stengel en blaadjes zijn zeegroen.
Groeit op droge rotsachtige kalkrijke bodem. Bloeitijd juni - juli.
Voor 1900 verdwenen in Nederland en zeer zeldzaam in België. De bloemen geuren naar vanille.
Fam: Rubiaceae (Sterbladigen)