Witte tot geelgroene, zelden roze, kortgesteelde bloemetjes met 5 bloemblaadjes en 8-10 meeldraden, in een dichte omhoog gerichte, tot 15 cm lange, aarachtige tros.
Stengel rechtop vertakt, tot 2 m hoog.
Grote ovale of breed-eivormige bladeren met wigvormige voet, afwisselend geplaatst.
Groeit op voedselrijke, vochtige bodem, in tuinen en parken . Bloeitijd mei - augustus. In Nederland vrij zeldzaam verwilderd.
Oorspronkelijk uit Oost-Aziƫ. Na de bloei vormen zich zwart-purperen vruchten.
Fam: Phytolaccaceae