Karwij

Kleine witte bloemen (Ø 2-3 mm) met 5 hartvormige kroonblaadjes in 5- tot 16-stralige schermen. Omwindselblaadjes en omwindseltjes meestal ontbrekend, soms 1-3.
Stentel rechtop, vertakt, tot 60 cm hoog.
Bladeren in omtrek smal eivormig, dubbel tot 3-voudig geveerd met lijnvormige slippen. Bladschede vliezig gerand.
De wortel is een penwortel.
Groeit op vochtige, voedselrijike bodem, in graslanden en op bermen. Bloeitijd mei - juni.
In Nederland zeldzaam, alleen langs de rivieren en in Zeeland. NRL: Bedreigd.
Wordt ook 'Echte karwij' genoemd.
Fam.: Apiaceae (Umbelliferae, Schermbloemen)

Wetenswaardigheden

Al duizenden jaren geleden was Karwij in het Midden-Oosten-gebied bekend als keuken- en geneeskruid. Het is rond in de 13e eeuw in Europa geïntroduceerd. Tegenwoordig worden de vruchten van Karwij nog steeds gebruikt als keukenkruid (kummelachtige smaak). Als geneeskruid wordt Karwij aangewend om gasvorming in de darmen (winderigheid), darmkramp en maagkramp tegen te gaan. Het kruid bevordert de spijsvertering en de eetlust. Ook stimuleert Karwij de productie van moedermelk.
In de kruidenmagie biedt de plant bescherming tegen boze geesten. De zaden van Karwij bevorderen de trouw van je geliefde. Gebruikt in koek of gebak zouden ze lust opwekken. Karwijzaden onder het bed van kind beschemt het tegen ziekte en negatieve invloeden.