Lichtgele bloemetje met een spoor, donkergele vlekken en bruinrode lijntjes in de keel, in een 4-10-tallige tros in de bladoksels.
Stengel dun, rechtop en vertakt, bij knopen wat verdikt, tot 90 cm. hoog.
Bladeren eirond tot lancetvormig, met gezaagde of gekartelde rand.
Groeit op beschaduwde vochtige ruderale plaatsen en in bossen. Bloeitijd juni - september. Algemeen.
Oorspronkelijk uit Aziƫ. Bij aanraking springen de vruchten open.
Fam: Balsaminaceae
(Foto: Roelien van Neck Fotografie)