Kleine wit-roze vlinderbloemetjes (3-5 mm) met violette aders op de flag en gelige kiel, in armbloemige schermpjes in de bovenste bladoksels.
Stengel dun, liggend en opstijgend, tot 60 cm lang.
Bladeren oneven geveerd met eironde tot lancetvormige deelblaadjes met gave rand. De plant is licht behaard.
Groeit op onkruidruigten, akkers, wegbermen. Bloeitijd mei - augustus.
De bij elkaar staande peultjes lijken op een vogelpootje.
Algemeen in het laagland.
Fam: Fabaceae (Papilionaceae, Leguminosae, Vlinderbloemigen)