Licht- tot donkerroze, klokvormige bloemetjes (Ø 3-6 mm), met 5 kelkslippen, zonder kroonblaadjes, in de bovenste bladoksels.
Stengel liggend en opstijgend, tot 30 cm lang.
Bladeren vlezig, zittend, ei- tot lancetvormig, onderaan kruislings tegenoverstaand, bovenin verspreid, met gave rand.
Groeit op zilte of brakke, kleiïge of kalkrijke bodem, in de kustgebieden. In Nederland vrij algemeen langs de kust, maar elder zeldzaam (NRL: kwetsbaar), in België zeldzaam.
Bloeitijd mei-augustus.
Fam.: Primulaceae