Dieproze, tweelippige bloemen (10-22 mm lang) met donkerdere, sikkelvormige bovenlip in bebladerde eindstandige trossen.
Stengel rechtop, vertakt, tot 70 cm hoog, alleen bovenaan bebladerd.
Bladeren diep veerdelig met gelobde deelblaadejs.
Groeit bij en in moerassen en vennen met weinig stikstof. Bloeitijd mei - juli.
De plant is een parasiet, dat betekent dat hij voedsel onttrekt aan andere planten.
Vrij zeldzaam in heel Europa, ontbrekend in het Middellandse-Zeegebied. NRL: kwetsbaar.
Fam.: Orobanchaceae (voorheen: Scrophulariaceae)