Ivoorwitte of geelachtige bloemetjes (Ø 1 cm) met 5 kroonblaadjes in 1- tot 5 bloemige trosjes.
Stengel rechtop, niet of nauwelijks bebladerd, tot 10 cm. hoog.
Grondbladeren vlezig, smal of met 2- tot 3 smalle slippen.
Groeit op rotsachtige bodem en puinhellingen in de bergen van 1200 tot 2000 m hoogte. Niet in Nederland.
Fam.: Saxifragaceae