Goudgele bloemen met 5 kroonblaadjes (15-25 mm), oranjerood in het centrum, in schijnkransen in een dichte aarachtige bloeiwijze.
Stengel rechtop, vertakt, behaard, tot 1 m hoog.
Bladeren aan de onderkant grijs viltig behaard, eirond tot lancetvormig, vrijwel gaafrandig, in meestal 4-tallige kransen.
Groeit langs waterkanten en op vochtige plaatsen (juni - augustus).
Oorspronkelijk uit Oost - Zuidoost-Europa. In Nederland in tuinen aangeplant en verwilderd.
Fam: Primulaceae