Donkerroze tot rode buis- of trompetvormige bloemen (7-9 mm lang) met 5 slippen en dun spoor onderaan de buis, in grote pluimvormige bijschermen.
Stengel rechtop, vertakt, tot 80 cm. hoog.
Grijsgroene, eironde hart-, of lancetvormige, zittende of stengelomvattende bladeren, vaak tegenoverstaand, met gave rand.
Groeit op stenige bodem en op ruigten. Bloeitijd mei - september. Algemeen.
Ook 'Rode spoorbloem' of 'Rode valeriaan' genoemd.
Inheems in het Middellandse-Zeegebied en in de rest van Europa veelvuldig aangeplant en soms ook verwilderd.
Familienaam: Valerianaceae