Roze bloemen (Ø 20-25 mm) met 5 smalle spitse kroonblaadjes, in een tuil of schermachtige tros.
Stengels liggend en opstijgend, wortelend aan de basis, heel kort behaard, tot 20 cm lang.
Bladeren tegenoverstaand, omgekeerd eirond tot spatelvormig, aan de top gezaagd of gekarteld.
Groeit op zonnige plaatsen op droge, voedselarme, stenige bodem. Bloeitijd juli - augustus.
Oorspronkelijk uit de Kaukasus, bij ons als tuinplant aangeplant en ingeburgerd.
Fam. Crassulaceae.