Kleine, stervormige, bleek geelgroene of crèmekleurige bloemen (Ø ca. 6 mm) met 5 spitse kroonblaadjes in losse pluimen.
Stengel kruipend en klimmend, vierkantig, borstelig behaard, houtachtig aan de basis, tot 2,5 m lang.
Bladeren glanzend leerachtig, in kransen van 4-8, smal lancetvormig met zeer fijne stekeltjes langs de rand.
Groeit op rotsachtig terrein, in open bossen en op onkruidruigten, in het centrale en westenlijke deel van het Middellandse zeegebied. Bloeitijd april - augustus. Niet in Nederland.
Geen Nederlandse naam bekend.
Vruchten besachtig, zwart.
Fam.: Rubiaceae (Sterbladigen).