Zeer kleine doorschijnende bloemen met lange bleek-lilakleurige meeldraden in een dichte aar.
Stengel onbebladerd, rechtop, tot 40 cm hoog.
Rondachtig eironde tot lancetvormige bladeren in een grondrozet, parallel generfd. De stengel en bladeren zijn fijn behaard.
Groeit op weiden, akkers en ruigten, vooral op kalkhoudende bodem. Bloeitijd mei - juli.
Vrij algemeen in Zuid-Limburg, elders vrij zeldzaam. NRL: kwetsbaar.
Oud geneeskruid.
Fam: Plantaginaceae