Gele, eindstandige bloemen met 5 kroonblaadjes en aan de top ingesneden bijkelkblaadjes
Stengel liggend of opstijgend tot 15 cm hoog.
Bladeren 3-tallig. Deelblaadjes ovaal of eirond, gekarteld of getand, enigszins rimpelig. De plant is zwak behaard.
Ook "Sieraardbei" genaamd.
Komt oorspronkelijk uit Zuidoost-Azie. In Europa veelvuldig in tuinen aangeplant, maar algemeen verwilderd op vochtige bodem en in bossen. Bloeitijd mei - oktober. Exoot.
Na de bloei ontstaan rode aardbeiachtige schijnvruchten die echter niet sappig of smakelijk zijn.
Fam.: Rosaceae.