Bloemhoofdjes (Ø tot 20 mm ) van 13 witte straalbloemen en gele buisbloemen met lijnvormige stroschubjes ertussen. Omwindsel van dakpansgewijs liggende langwerpige blaadjes met smalle groene kiel.
Stengel rechtop en vertakt, soms iets behaard, tot 50 cm lang.
Bladeren tot 3-voudig geveerd met lijnvormig spitse slippen.
De plant heeft een sterke, wat onaangename geur.
Groeit op zonnige plaatsen op voedselrijke bodem op akkers, in moestuinen en omgewerkte grond.
Bloeitijd juni - september.
Fam.: Asteraceae.