Kleine, roodpurperen, rechtopstaande bloemhoofdjes (Ø tot 10 mm) met gefranjerde buisbloemen en lange stroharen, 3 of meer bijeen in eindstandige kluwens. Omwindsel van smalle, met gele kliertjes bezette blaadjes met stekelige punt.
Stengel rechtopstaand, met smalle doorlopende stekelige vleugels, vertakt, tot 120 cm hoog.
Bladeren gelobd tot veerspletig, golvend, met hardstekelige punten, aan de onderzijde spinnenwebachtig behaard.
Groeit op warme, droge, rotsachtige plaatsen op wegbermen en onkruidruigten. Bloeitijd april - augustus.
Zeer zeldzaam in Nederland en België. In Nederland beschermd (Wet Natuurbescherming 2017).
Fam: Asteraceae (Compositae)