Gele trompetvormige bloemen met wijd uitstaande rand van 6-12 kroonblaadjes, omhuld door een kelk van smalle spitse kelkblaadjes, in een gevorkte bloeiwijze.
Grijsgroene stengel, tot 60 cm. hoog, en bladeren.
Bladeren in een grondstandig bladrozet en rond de stengel vergroeid.
Op kalkrijke bodems, in Nederland alleen langs de kust. Vrij zeldzaam.
Recentelijk worden 2 ondersoorten onderscheiden: de Zomerbitterling en de Herfstbitterling.
Familienaam: Gentianaceae