Talrijke kleine witte, geurende bloemen met 5 kroonblaadjes, in een bolle, schermvormige pluim.
Tot 6 m hoge struik.
Bladeren tegenoverstaand, breed eirond met fijngezaagde of -getande rand, aan de onderkant grijs viltig rimpelig.
Groeit op kalkrijke bodem in Midden- en Zuid-Europa. In Nederland vrij zeldzaam. Bloeitijd mei - juni.
Na de bloei vormen zich eironde, aanvankelijk rode, later zwarte vruchten.
Op de foto een cultivar.
Fam.: Caprifoliaceae