Lilakleurige, eindstandige, trechtervormige bloemen (Ø 30-40 mm) met 5 kroonslippen die aan de voet bleker tot wit zijn. Kelk met 5 scherpe lijsten.
Stengel rechtop, vertakt, vaak donkerbruin tot zwart getint, tot 2 m hoog.
Bladeren eirond tot lancetvormig met min of meer golvend, getande rand, tot 30 cm lang.
Na de bloei vormen de kelkbladeren, net als bij de echte lampionplant, een lampionnetje met daarin een bruine bes.
Groeit op vochtige bodem op zonnige plaatsen. Bloeitijd juli - oktober.
Oorspronkelijk uit Zuid-Amerika (Peru) en bij ons verwilderd. Algemeen. Exoot.
Fam.: Solanaceae (Nachtschadefamilie)