Boom of struik, tot 10 m hoog met gladde, bruine, gestreepte schors.
Bladeren eirond tot smal hartvormig, soms ook gelobd, met onregelmatig fijn gezaagde rand en duidelijke nerven.
Bloemen groenwit, bolvormig met opvallende veeldraden, in een omhooggerichte, veelbloemige pluimen.
Bloeitijd: mei
De karakteristieke vruchten hebgen naar beneden gerichte, rode vleugels met groene rand en groene nootjes.
Inheems in Midden- en Zuid-Europa. Bij ons alleen aangeplant.
Fam.: Aceraceae (Esdoornfamilie).