Tot 30 m hoge boom met aanvankelijke groengrijze, later grijze schors, glad met diepe voren, en ronde tot koepelvormige kroon. Onderste takken kronkelig.
Bladeren 7- tot 9-tallig geveerd. Deelblaadjes bijna zittend, ovaal of omgekeerd eirond met gave rand, met duidelijk groter topblad.
Mannelijke bloemen groen, in een aar (5-15 cm lang), vrouwelijke bloemen 2-5 bijeen. Bloeitijd mei-juni.
Wordt al sinds de antieke oudheid in Europa gecultiveerd.
De vrucht is groen en bolvormig, 4-5 cm lang. De zaden zijn eirond en bij ons beter bekend als "walnoten". Tegen de herfst worden ze houtachtig.
Fam.: Juglandaceae (Okkernootfamilie)