Geurende, witte, urnvormige bloemetjes in dichte, eindstandige, hangende pluimen.
Tot 4 m hoge struik.
Bladeren donkergroen, glanzend, smal lancetvormig met zwak gezaagde of gekartelde rand. De jonge bladeren zijn rozerood en lijken op bloemblaadjes
Bloeitijd maart - april.
Oorspronkelijk uit Japan, veelvuldig aangeplant in tuinen als sierplant.
Fam: Ericaceae