Witte of bleekgele, geurende lipbloemen met donkere, roodpaarse stippen, in schijnkransen in smalle aren.
Stengel rechtop, vertakt, tot 60 cm hoog.
Bladeren tegenoverstaand, bovenaan zittend, langwerpig eirond gekarteld, gezaagd tot bijna gaaf, zacht behaard.
Groeit in warme streken op kalkrijke, rotsachtige ondergrond, oorspronkelijk uit Zuid-Europa. In Nederland zeer zeldzaam, in Belgiƫ zeldzaam. NRL: bedreigd.
Bloeitijd: juni - oktober.
Familienaam: Lamiaceae (Labiatae)