Gele alleenstaande bloemen (Ø 20-25 mm). Bovenste bloemblaadjes bleekgeel, onderste okergeel met streeppatroon, met kort spoor (1-3 mm).
Stengel rechtop, tot 40 cm hoog.
Bladeren eirond tot lancetvormig met gekartelde of getande rand en handdelige steunblaadjes.
Op vochtige zinkhoudende grond, op graslanden. Zeer zeldzaam in Nederland: alleen langs de Geul in Zuid-Limburg. In België in oude zinkmijngebieden. NRL Bedreigd.
Bloeitijid april - juni.
Familienaam: Violaceae