Genadekruid

Aan de buitenzijde geelwitte, buisvormige bloemen met 2-lobbige bovenlip en bebaarde keel en 3-lobbige onderlip, soms lichtroze-paars van kleur, alleenstaand in de bladoksels.
Stengel kruipend en opstijgend, kaal, roodachtig aangelopen, bovenaan vierkant en hol, onderaan met schubjes, tot 40 cm lang.
Bladeren lichtgroen, smal lancetvormig, tegenoverstaand, zittend, met aan de top fijn gezaagde rand.
Groeit op zonnige plaatsen op natte bodem die 's winters vaak onder water staat. Bloeitijd juni - augustus.
Zeer zeldzaam in Nederland en België, meer algemeen in Midden- en Zuid Europa.
Oud geneeskruid. Giftig.
Fam.: Plantaginaceae (Weegbreefamilie)