Bleekgele, aan de buitenkant rood aangelopen bloemen (Ø 10-15 mm ) in een hangende, schermachtige bloeiwijze, in de bladoksels.
Bladverliezende, dicht vertakte, doornige struik, tot 2 m hoog.
Bladeren spatelvormig, vaak paarsig aangelopen, met gave rand.
Oorspronkelijk uit China en Japan. In de 18e eeuw in Europa geïntroduceerd en in Nederland ingeburgerd, maar vrij zeldzaam.
Bloeitijd: mei-juni.
De struik is giftig.
Fam.: Berberidaceae